De ondiepwatermijnenvegers van de Van Straelen-klasse werden ingedeeld bij mijnenbestrijdingssquadron 205 en gebaseerd te Hellevoetsluis.
In 1968 vond een belangrijke reorganisatie van de Mijnendienst in Nederland plaats.
De Marinekazerne Hellevoetsluis werd op 29 februari van dat jaar uit dienst gesteld, terwijl de geconserveerde mijnenvegers naar Den Helder werden overgebracht.
Hiermede verdween de Mijnendienst uit Hellevoetsluis.
Voor wat betreft de varende eenheden werden de schepen van de mijnenbestrijdingssquadrons 123, 128 en 205, alsmede de duikvaartuigen, op 12 januari 1968 ingedeeld in twee mijnenbestrijdingsgroepen.
Mijnenbestrijdingsgroep 1 werd gebaseerd te Den Helder en mijnenbestrijdingsgroep 3 te Vlissingen. De ondiepwatermijnenvegers waren afwisselend bij beide groepen ingedeeld.
De benaming van de schepen was ook wel “inshore’s” of “dincky toys” en ook de naam “ducks” werd regelmatig toegepast.
De ondiepwatermijnenvergers zijn gebouwd in het Mutual Defence Asisstance Program voor Amerikaanse rekening.
De innovatieve toevoeging aan de Koninklijke Marine bestond door het zoveel als mogelijk gebruik maken van hoogwaardige materialen voor de gehele schip en haar uitrusting, waardoor een klasse van vrijwel a-magnetische en geruisloze schepen ter beschikking kwam ten behoeve van het vegen van magnetische en akoestische mijnen in ondiepwater.