Hoofdafdeling : marinestaf 's-Gravenhage, 6 februari 1964
Nummer: 671735/666266
Onderwerp: scheepsembleem Hr.Ms. Mahu
DE MINISTER VAN DEFENSIE,
gelet op: de beschikking van de minister van marine van 27 april 1959 nr. 533554/175129,
waarbij werd vastgesteld circulaire zeemacht 1912 e;
gehoord: het advies van de hoge raad van adel, als vervat in de brief van
13 december 1963 nr.155/65;
bepaalt: dat Hr.Ms, ondiepwatermijnenveger MAHU is gemachtigd tot het voeren van een
embleem als in de bijlage aangegeven en omschreven als:
In goud vier kievittenvan sabel en zilver naast elkaar geplaatst op een verhoogde grasgrond van sinopel met een schildhoofd van azuur waarop in goud het insigne van het marinevliegbrevet;geeft hiervan door middel van een afschrift van deze beschikking kennis aan:
DE MINISTER VOORNOEMD
voor deze:
De plv. SECRETARIS-GENERAALw.g. J. Dekker
Voor eensluidend afschrift, het hoofd van de centrale secretarie.
HOGE RAAD VAN ADEL
2500 BH s’Gravenhage
Postbus 16325
bezoekadres: Nassaulaan 28
tel. 070-3614281
fax 070-3631712
nr 03/290 10 december 2003
onderwerp: Wapen Mahu
Anders dan U veronderstelt bestaat er in Nederland, behalve waar het de ruim 300 adellijke families betreft, geen officiële registratie van familiewapens. Wettelijk is er op dit gebied niets geregeld. Het voeren van familiewapens berust dus puur op traditie. Iedereen was en is vrij om een wapen aan te nemen, dat volgens de heraldische traditie wordt geacht in mannelijke lijn over te erven op de nakomelingen. Zo bestaan er, alleen al in Nederland, vele duizenden (ongeregistreerde) familiewapens, die vaak al eeuwenoud zijn. Maar ook thans worden nog nieuwe wapens aangenomen. Nadeel van het ontbreken van een registratie van overheids-wege is dat over het algemeen weinig bekend is over de herkomst en betekenis ervan.
Om hier mogelijk iets over te weten te komen is men aangewezen op archieven, collecties en literatuur.
Het familiewapen Mahu als zodanig komt dus niet in een officieel register voor en evenmin bestaat er een geregistreerde afbeelding. In dit geval is de herkomst echter wel bekend. Dit is te danken aan het feit dat, zoals U in Uw brief opmerkt, een mijnenveger is vernoemd naar sergeant-vlieger Pieter Mahu (1917-1942).
Onderdelen van de krijgsmacht, waaronder ook oorlogsschepen, plegen emblemen te voeren, die bij beschikking van de Minister van Defensieworden vastgesteld.
De Hoge Raad van Adel treedt hierbij op als adviserende instantie. Ten aanzien van het embleem van de Mahu, dat bij beschikking van 6 februari 1964 werd vastgesteld, bestaat alhier dus een dossier. In de hierin voorkomende toelichting wordt gesteld dat de familie Mahu niet in het bezit was van een familiewapen.
Aangezien de familie van eenvou-dige komaf was en ook alhier geen wapen te vinden bleek, mag worden aangenomen dat deze conclusie juist is.Het uit 1964 daterende wapen werd toendus gecreëerd, in de eerste plaats als embleem voor de mijnenveger, maar het kan sindsdien, inhoudelijk gezien, ook als wapen van de familie worden beschouwd.
Het verschil bestaat alleen in de uiterlijke vorm: emblemen worden in een rond schild geplaatst met een speciale omlijsting. Als bijgaande kopie van de bij de beschikking behorende afbeelding in een normale schildvorm wordt geplaatst en de omlijsting weggelaten, ontstaat het familiewapen. Het wapen, zonder de kroon, is overigens identiek aan dat van de in 1970 opgeheven gemeente Vogelwaarde, maar een schildhoofd met het vliegbrevetinsigne is toegevoegd. Een kopie van dit gemeentewapen, verleend bij K.B. van 9 november 1938, nr. 43, treft U tevens hierbij aan, alsmede kopieën van de ministeriële beschikking en toelichting.
DE SECRETARIS VAN DEHOGE RAAD VAN ADEL,Mr. E.J. Wolleswinkel